FRIESLAND POST /
uitgave van juli 2006
IFKS-Website ontwerper, onderhouder en fotograaf Ronald van der Vaart
Sneek - Wie hem eenmaal heeft gezien vergeet
hem niet snel: Ronald van der Vaart uit Sneek. Elf jaar geleden kreeg hij een
hersenbloeding en lag drie weken in coma, waardoor de Hbo-student die net zijn propedeuse
had gehaald (Industrieel Management, Zwolle)
helemaal opnieuw moest leren praten en lopen. Hij bekwaamde zich in fotografie en het
maken van websites, is druk bezig daarmee zijn eigen bedrijf en bestaan op te bouwen en is
jarengeleden aangenomen als websitebouwer en fotograaf voor de IFKS. Vandaar dit
bijzondere verhaal over een bijzonder kind, want dat is 'íe.
'Mijn leven loopt af en toe sowieso een beetje
gek. Ik was nog maar net in het revalidatiecentrum Hoogstraat in Utrecht of er kwam een
televisieploeg van de Evangelische Omroep langs die een documentaire maakte en mij graag
wilde filmen. Sindsdien gebeuren er af en toe aparte dingen met mij, omdat mensen mij
herkennen. Dankzij iemand die ik in Sneek ontmoette ben ik vorig jaar bijvoorbeeld
luchtfotos gaan maken. Het zou van het skûtsjesilen bij Stavoren zijn, maar dat
werd helaas afgelast. De wedstrijd werd verplaatst naar de Fluessen en daar heb ik toch
nog wat fotos kunnen maken al was dat wel lastig.
Je moet door het raam fotograferen en het vliegtuig moet bovendien een bocht maken anders
zie je de skûtsjes niet. We zijn aan het eind van de dag geland in Lelystad, het was echt
een hele gave dag.'
Hij spreekt inmiddels goed verstaanbaar Nederlands, mits je er de tijd voor neemt naar hem
te luisteren. Praten én lopen gaat hem nog altijd niet vlekkeloos af na zijn
hersenbloeding. Fietsen, op zijn ligfiets, gaat makkelijker. Honderd kilometer
fietsen heb ik geen moeite mee, dat is een eitje, maar met tien meter van de ene kant van
de kamer naar de andere lopen heb ik wel moeite'. Geestelijk mankeert er ook helemaal
niets aan de Emmeloorder van origine, dat mag blijken uit de website die zijn eigen naam
.nl erachter-draagt. Tijdens het interview verplaatst hij zich in huis op een bureaustoel
met wielen.
In Sneek is Ronald inmiddels een bekende verschijning met zijn ligfiets (twee wielen en
een kuipje achter, één wiel voor), die regelmatig naast de deur van verschillende
kroegen in het centrum te vinden is. Ronald is daar graag, houdt van gezelligheid. Niet om
flink alcohol te drinken, want dan beweegt hij zich alleen maar nog moeizamer. 'Wat denk
je, als iemand zonder alcohol al moeilijk loopt, zou hij dan met alcohol makkelijker
lopen?
Af en toe leidt het wel eens tot
misverstanden en zien mensen hem aan voor iemand die te diep in het glaasje heeft gekeken,
dat zij dan maar zo. Hij is niet iemand die dan maar stil thuis in een hoekje blijft
zitten, hem mankeert geestelijks niets dus waarom zou hij dan moeten wegkwijnen. Een
woonvorm in Sneek was daarom ook niet aan hem besteed nadat hij via een revalidatiecentrum
uit Arnhem daar terecht was gekomen. Hij wilde zelf verder, wilde zich niet laten
verzorgen maar zelf iets opbouwen en zo kwam hij uiteindelijk in zijn prachtige woning in
Sneek terecht, in een appartement aan de elfstedenroute.
'Ik kom uit een ondernemersgezin en aan een uitkering heb ik maar een hekel'. Ik heb
meteen geprobeerd me daaruit te werken, maar zo makkelijk gaat dat niet. Ik heb inmiddels
drie deeltijdbanen en mijn eigen bedrijf, zo probeer ik eruit te komen. Ik krijg nog een
heel klein beetje uitkering, alles wat ik bijverdien wordt keurig aangegeven aan mijn
contactpersoon bij het GAK, dat wil ik graag.
Wat betreft praten is zijn tempo nog altijd iets lager dan bij de gemiddelde mens.
The strange thing is, when I talk in a different language it goes much easyer'. Zegt
Ronald ineens in de Engelse taal. Op één of andere manier is Engels spreken makkelijker
dan Nederlands. Het Fries erbij leren gaat voor de geboren Emmeloorder nog eens extra
moeizaam, al pikt hij her en der wel wat woorden op. 'In lyts bytsje'.
Hij voelt zich thuis in Friesland, in Sneek, en ook binnen de gelederen van de IFKS. Hij
wordt erbij betrokkenen voelt zich er ook bij betrokken. Ík raak langzamerhand steeds
meer ingeburgerd', zegt hij. Hij ging ooit eens mee op het skûtsje van Cees Riesebosch en
hem werd geadviseerd met Sippe Lamme-de in 2006 jaar overleden IFKS voorzitter- contact op
te nemen. 'Ik heb hem gebeld en het klikte meteen tussen ons', misschien omdat hij net als
ik ook net nieuw was begonnen.
'Ik ben meteen skûtsje liefhebber geworden'. Het hele Friese gebeuren, en ook de Sneekweek, is heel gezellig. Bovendien is het hier nog niet van 'ikke, ikke,ikke' en wordt er veel gezamenlijk gedaan waardoor je veel eerder in de gemeenschap wordt opgenomen. Ik voel me echt thuis bij de IFKS-club. Ik raak nu ook steeds beter bekend bij de schippers en ben ook al een aantal benaderd mee te gaan. Zoals bij het skûtsje de Raerder Roek dat honderd jaar bestond. 'Helaas kon ik er die dag vanwege het weer niet bij zijn'.
Hij is er trots op dat de IFKS ook steeds meer wordt gewaardeerd. 'Tot vijf jaar geleden was alleen de SKS maar van belang. Nu wordt de IFKS ook steeds bekender, dat zie je op de wedstrijddagen bijvoorbeeld bij Stavoren en Hindeloopen, daar staat veel publiek op de dijk.' Dat de website ook steeds beter wordt bezocht vind hij uiteraard ook prettig. 'Toen ik begon waren er zon honderd bezoekers per maand, tegenwoordig is dat in de wedstrijdmaand tegen de 2.000 bezoekers. Dan denk ik jongens dat is niet verkeerd.'
De Iepen Fryske Kampioenschippen Skutsjesilen zijn inmiddels zijn vaste zomerbesteding geworden. 'Ik ga niet meer met vakantie, de IFKS is mijn vakantie. Lekker buiten zijn, de zon op je bolletje, lekker fietsen en bovendien ben ik heel prettig opgenomen in de club.'
Het maken van de skûtsjesyl-fotos heeft hij wel moeten leren, met zijn handicap is dat op bewegende schepen c.q. scheepjes niet altijd even makkelijk. In het begin had ik de horizon niet altijd horizontaal. Ik begrijp nu nog niet dat ik dat toen niet door had. Nu maak ik met wat knip- en plakwerk op de computer de horizon altijd horizontaal. Dat is ook het grote voordeel bij het maken van digitale fotos, je kunt et thuis altijd nog weer mee knippen en plakken.
De ontmoeting in zijn revalidatieperiode met 'motivator' Emiel Ratelband deed hem goed, ondanks zijn loophandicap liep hij over gloeiend hete kolen. Als je wilskracht groot is kun je veel, bewijst hij in hoogsteigen persoon. 'Ik heb zoiets van: jongens, kom maar op. Ik heb drie banen, een eigen bedrijf en heb het goed voor elkaar. Ik maak het waar wat ik zeg en doe het toch maar. Als mensen zeggen: Dat kun jij waarschijnlijk niet, dan begint het bij mij te kriebelen.'
Fotografie Ronald van
der Vaart
Tekst Johan Vogelzang, www.johanvogelzang.nl
/ www.jvpublicaties.nl
Hieronder bevinden zich een aantal pentekeningen van oud Sneek getekend door Aad Blanker.
De volgende vier pentekeningen zijn achtereenvolgens: de Westersingel nummer 56 tot 60 ,Geeuwkade - het huis, Hoogend tussen Oude Koemarkt en Grootzand, en Kleinzand - pand Weduwe Joustra.
Bronvermelding: Sneek in pentekening door Aad Blanker. Zie voor meer informatie op www.hetsneekerpalet.nl .
Sneek (uitspraak in de Friese
taal: Snits) is een stad ten zuidwesten van Leeuwarden en een grote kern in de gemeente
Súdwest Fryslân in de provincie Friesland (Nederland). De stad valt onder
gemeente Súdwest-Fryslân en koerst richting 83.000 inwoners (augustus 2016).
Sneek is gelegen in Zuidwest-Friesland nabij het Sneekermeer en is onder andere bekend
vanwege zijn grachtjes, de Waterpoort (symbool van de stad) en watersport (Sneekweek).
Sneek is een van de Friese elf steden die wordt aangedaan door de Elfstedentocht. De stad
heeft een centrumfunctie voor zuidwest-Friesland (de Zuidwesthoek).
Sneek is ontstaan op een zandige
landtong (Sneek = Ter Snake = op landtong). En is tot ontwikkeling gekomen na de aanleg
van de zuidelijke dijk van de Hempolder Scherhem. Daar deze de vaarweg (in oude documenten
Magna Fossa, groot kanaal, genoemd) naar het noorden, kruiste. De vaarweg naar het noorden
(Geeuw, Sneeker Oudvaart) was nodig geworden omdat de Middelzee door dichtslibbing
verloren was gegaan. De oude hemdijk komt Sneek binnen als Hemdijk, wordt vervolgens de
Oude Dijk en loopt dan verder als de Wijde en Nauwe Noorderhornes. Daarna vervolgt hij
zijn weg als Peperstraat en Nauwe en Wijde Burgstraten, en is vervolgens de basis van de
drukke winkelstraat Oosterdijk, om tenslotte als Griene Dyk Sneek te verlaten.
In 1295 vond in Sneek een grote stadsbrand plaats. Sneek verkreeg vanaf de 13e eeuw
diverse stadsrechten, die in 1456 officieel werden vastgelegd. Sneek werd daarmee een van
de Friese elf steden. Dit was tevens het begin van een bloeiperiode als handelsstad die
tot circa 1550 zou duren. In 1492 werd met de aanleg van een stadsgracht en stadsmuur
begonnen. Vanaf die tijd was Sneek de enige ommuurde stad van Friesland. Van de oude
vestingwerken resteren thans nog de Waterpoort en het Bolwerk.
Partnerstad Kurobe: Sinds 10 september 1970 bestaat een jumelage tussen Sneek en de Japanse stad Kurobe. Toenmalig burgemeester, L. Rasterhoff, bracht op dat moment een bezoek aan Kurobe en werd tot ereburger benoemd. Burgemeester Hatsuo Terade van Kurobe bracht in 1972 een tegenbezoek aan Sneek. In 2000 bezochten delegaties van beide steden elkaars stad opnieuw. De Japanners onthulden in Sneek een kunstwerk; de Snekers werden verblijd met de onthulling van een Sneekplein in Kurobe.
Kurobe (Kurobe-shi) is een
Japanse stad in de prefectuur Toyama, gelegen in het noordwesten van Honshu, aan de
Japanse Zee. Op 1 april 2008 had de stad 42.505 inwoners en een bevolkingsdichtheid van
99,7 inw./km². De oppervlakte van de gemeente bedraagt 426,34 km². De naam komt van de gelijknamige rivier Kurobe, die ontspringt op de berg Ushiro Tateyama (3000 meter). Letterlijk betekent Kurobe donkere delen. De oorsprong van het woord Kurobe is niet duidelijk. De naam zou stammen van door de bergen beschaduwde dalen, van het Japanse woord kurohi voor Zwarte cipres (Taxodium distichum) of van het Ainu-woord kurubetsu, dat "Duivelsberg" betekent. |
In Sneek wordt een eigen dialect gesproken dat terug te voeren is op Hollandse spreektaal van voor 1600. Het Snekers behoort tot de Stadsfriese dialecten.
Stadsfries, Stadfries of Stads (Stadsfrys in de taal zelf, Stêdsk in het Fries, Liwwadders of Leewadders in Leeuwarden) is de samenvattende naam van de stadsdialecten die in Leeuwarden, Sneek, Bolsward, Franeker, Dokkum, Harlingen, Stavoren, Kollum en Heerenveen worden gesproken. Ook de dialecten van het eiland Ameland en van het dorp Midsland op Terschelling worden vaak tot het Stadsfries gerekend, maar tussen deze Waddendialecten en het Stadsfries zijn niettemin duidelijke verschillen aan te wijzen, zo hebben taalwetenschappers Mathilde Jansen en Marc van Oostendorp aangetoond.
De naam suggereert dat het Stadsfries een variant van het Fries is. De frisist Godard Gosses heeft begin 20e eeuw proberen aan te tonen dat dat inderdaad het geval was. De Friese stadsbevolking zou nooit zijn opgehouden met Fries spreken. De niet-Friese woordenschat in de steden zou massale ontlening aan het Hollands zijn geweest. Gosses' tijdgenoot Gesinus Gerhardus Kloeke nam een ander standpunt in. Hij poogde te laten zien dat het Stadfries 'Hollands in Friese mond' was: bedoeld als Hollands, maar imperfect gesproken door de Friese stadsbevolking. Reitze Jonkman heeft in de jaren '90 aangetoond dat het met die imperfectie wel meeviel. Stadsfriese vormen en verschijnselen die afwijken van het hedendaagse Nederlands zijn terug te vinden in de 16e-eeuwse Hollandse dialecten die model hebben gestaan voor het Stadsfries. De inwoners van de Friese steden verruilden hun Fries in de 16e eeuw voor die Hollandse dialecten toen Friesland onder Saksisch bestuur een Duits/Nederlandstalig bestuursapparaat kreeg en de handel tussen de steden en andere gewesten toenam. Oebele Vries heeft laten zien dat tussen 1500 en 1580 de Friese steden het Fries als bestuurstaal volledig in hebben gewisseld voor het Nederlands. Of het Fries toen ook als spreektaal uit de steden is verdwenen, is niet aangetoond.
De woordenschat is, zoals gezegd, erg Hollands, al doet Friese invloed zich zeker gelden. Verder komt er een aantal woordvormen voor die duidelijk Fries, niet Hollands, zijn, zoals hammer voor hamer, en tussenvormen, zoals joeke voor jeuken (Fries jûkje). Ook komen er typisch Friese woorden in voor die in het Nederlands helemaal niet (in die gedaante) bestaan. Gewoonlijk gaat het om typisch huiselijke woorden, zoals mem en heit voor moeder en vader, of om woorden uit het Friestalig gebleven landbouwwezen, zoals jaar (uier) en jarre (gier). Maar ook verscheidene uitdrukkingen zoals met sin doën (met opzet doen), gyn ferlet fan hewwe (geen behoefte aan hebben) en gyn nocht an hewwe (geen zin in hebben) zijn afkomstig uit het Fries.
Grammatica: De Stadsfriese
fonologie wijkt af van de Nederlandse door onder andere de afwezigheid van de stemhebbende
klanken /v/ en /z/ aan het begin van een woord. Dergelijke woorden in het Nederlands
hebben in het Stadsfries vaak een vertaalequivalent dat begint met de stemloze varianten
/f/ en /s/. De Nederlandse klankreeks /sx/ is in het Stadsfries afwezig. Nederlandse
woorden met een dergelijke klankreeks hebben in het Stadsfries vaak vertaalequivalenten
met /sk/. Het Stadsfries deelt bovenstaande eigenschappen met het Fries en met diverse
Hollandse dialecten.
Noch het Hollands, noch het moderne Fries maakt onderscheid tussen mannelijke en
vrouwelijke woorden; het Stadsfries doet dat ook niet. De meervoudsvorming sluit bij het
Fries aan (skip-skippen), evenals bij de vorming van verkleinwoorden (popke, autootsje,
rinkje), uitgezonderd in het Stavers (poppy, autootsy, rinkje, naar Hollandse principes).
De werkwoorden missen de twee Friese zwakke-werkwoordklassen, maar volgen het Fries wel in
de vorming van voltooide deelwoorden: die krijgen nooit het voorvoegsel ge- (ik hew maakt;
hest dou dat sien?). Het Stadsfries heeft verder de Friese persoonlijke voornaamwoorden
do, jo en jimme (jij, u en jullie) behouden (do en jo verschijnen bijna overal als dou en
jou, waarbij dou wordt gericht aan jongens en mannen, jou aan vrouwen, meisjes en ouderen,
jimme verschijnt vaak als jum of jumme).
Spelling: Er is geen gestandaardiseerde, door de overheid erkende of algemeen aanvaarde spelling voor het Stadsfries. De weinige Stadsfriese auteurs hanteren eigen spellingsconventies die soms de Nederlandse conventies volgen en soms de Friese. De meest gehanteerde spelling is die van het Woordenboek fan ut Liwwarders. Deze spelling is geënt op het Fries, maar fonetischer van aard. De û komt er niet in voor. Een voorbeeld van op Fries geënte spelling is de weblog van de Sneker dichter en schrijver Henk van der Veer
Andere verschillen met het Nederlands enerzijds en het Fries anderzijds zijn terug te voeren op de staat van het Hollands (in de 16e eeuw), zoals lêge voor liggen (Fries lizze). Tenslotte heeft het Stadsfries onder de Nederlandse invloed een paar woorden bewaard die uit het Fries inmiddels verdwenen zijn, zoals kyn voor kind (Fries bern) en farndel voor een vierde (deel) (Fries fearn). Het Stadsfries kent ook een aantal Franse verbasteringen (mogelijk een overblijfsel uit de Franse periode), zoals aveseare voor opschieten (Frans avancer: vooruitgaan), koese voor slapen (Frans coucher: liggen) en in het Harlinger Stadsfries sjantere voor zeuren/klagen (Frans chanter: zingen).
Sneek wordt ook wel 'drabbelkoekstad'
genoemd, naar de knapperige zoete drabbelkoeken die hier van oudsher gebakken worden.
Deze Friese traditie wordt in ere gehouden door de Sneeker boterdrabbelkoekenfabriek De
Friese Sjees.
Dit kleinschalig familiebedrijf was in 1880 al leverancier aan het hof van Willem III en sinds 1990 koningin Beatrix.
Wie nieuwsgierig is naar de
bereidingswijze van deze drabbelkoeken kan kosteloos een bezoek brengen aan de fabriek. De
koeken worden hier, grotendeels met de hand één voor één gemaakt, naar een geheim
recept. De basis is een slap deeg waarvan het hoofdbestanddeel boekweitmeel is. Deze
substantie wordt gebakken in hete roomboter. Dit hele proces heet ´drabbelen´.
Vroeger waren drabbelkoeken een delicatesse voor de elite. Roomboter was erg duur.
Daardoor koste een blik van vijftien koeken maar liefst een gulden, een fors bedrag als je
bedenkt dat het gemiddelde weekloon destijds ongeveer zeven gulden was.
Tegenwoordig kan gelukkig ook ´de gewone man´ van drabbelkoeken genieten. ´De Friese
Sjees´ verkoopt ze los en in blik.
Haga´s Boterdrabbelkoekfabriek ´De Friese Sjees´:
Adres: | Eerste Oosterkade 22, Sneek, telefoonnummer (0515) 41 22 95 en www.haga-drabbelkoeken.nl | |
Openingstijden: | maandag t.-m. vrijdag van 9.00 tot 18.00 uur met gratis toegang |
WIJNPROEVERIJ BIJ SLIJTERIJ & PROEFLOKAAL
WEDUWE JOUSTRA TE SNEEK
De Weduwe Joustra is ook on-line beschikbaar.....naast de
net geopende webwinkel, veel info over ons bedrijf, de familie, onze producten en
relatiegeschenken, acties en lekker veel foto's! We maken hier in Sneek allang niet meer
alleen maar Beerenburg, maar veel meer mooie producten en we vertellen inmiddels ook het
verhaal van zes generaties Weduwe Joustra. Lees alles hierover op onze site...Ga er even
lekker voor zitten en geniet ervan! Wil je meer weten, bel ons gerust! Wil je meer zien,
kom dan gewoon gezellig naar Sneek. U bent van harte welkom!
Ik wens u veel genoeglijke uurtjes met de Weduwe...tsjoch! (Weduwe Joustra)
CAFÉ
- RESTAURANT - PARTYCENTRUM ´IT FOARÛNDER´
OP HET STARTEILAND
Café Restaurant Partycentrum 'It Foarûnder' op het Starteiland in het Sneekermeer, ligt werkelijk in het hart van het Friese waterland. Op een kruispunt van waterwegen, aan open vaarverbindingen en is dus per boot gemakkelijk te bereiken. Wilt u vanaf de kade naar het eiland, dan kunt u gebruik maken van onze pont welke op afroep vaart.
Café - Restaurant - Partycentrum ´IT FOARÛNDER´ heeft uiteraard een eigen website, klik hier, met daarop informatie over allerlei onderwerpen. Met op deze website de mogelijkheid om in te loggen op een webcam !!
Jachthavens
Oh eiland in de zon... Ja, vooral
s zomers is het heerlijk zonnen op een van onze ruime beschutte terrassen. Leg eens
aan of steek eens over en laat u door ons verwennen met een feestelijke sorbet, een kopje
koffie of een drankje met een bittergarnituur. Naast onze accommodatie binnen It
Foarûnder beschikken wij ook nog eens over een aantal buitenaccommodaties.
Hieronder valt bijvoorbeeld onze moderne jachthaven met circa 300 beschutte
aanlegplaatsen. Met op de steigers en langs de wal stroom, water en verlichting. Daarnaast
zijn de 250 nieuwe aanlegplaatsen en een compleet vernieuwde douche/toilet voorziening ook
gerealiseerd en is het mogelijk om vanaf nu hiervan gebruik te maken.
Buiten onze passantenhaven biedt het Starteiland u nog eens een groot aantal
aanlegplaatsen, waarvan de gebruikers toegang hebben tot onze ruime sanitaire
voorzieningen.
Ons eiland is uitermate geschikt voor een gezond buiten vertoeven van gezinnen met
kinderen. De vele speeltoestellen voor de kleintjes en de jeu de boules banen voor de wat
ouderen zijn eigenlijk slechts kleine toevoegingen tot ieders vermaak. Huisdieren, mits
aangelijnd, zijn overal op het eiland toegestaan. Ons rustig gelegen kampeerterrein ligt
aan de boorden van het Sneekermeer. Geen percelen, maar lekker vrij kamperen.
Door de sfeer die er op het eiland
hangt en de regels die wij hier hanteren, bent u verzekerd van een goede nachtrust. De
camping wordt vooral in het hoofdseizoen tijdens de zeilwedstrijden door de wat jongere
sportieve eilandbezoekers bezocht. Voor onze campinggasten beschikken wij over een royaal
aantal douches, toiletten en kleedruimtes aan de noordzijde van het gebouw. Hier treft u
tevens onze cafetaria-croissanterie, met zijn eigen terras, waar u een keuze kunt maken
uit een ruim assortiment verzorgde snacks, broodjes of ijs. s Ochtend in het
hoofdseizoen haalt u hier uw warme broodjes en de ochtendkrant.
Een geregelde overzet met de pont zorgt mede voor de mobiliteit van onze campinggasten.
Fietsen kunnen eventueel met de pont worden overgezet, maar bij de afvaart van de pont
bevindt zich een ruime fietsenstalling.
In de nieuwe haven, geplaatst tussen het Starteiland en het Schareiland, zullen ligplaatsen komen in een nieuwe passantenhaven voor circa 100 plaatsen voor grote boten met een lengte van circa 15 meter (klasse M4) en 100 plaatsen voor zeilboten met een lengte van circa 12 meter (klasse M2).De steigers hebben een breedte van 2 meter en er wordt afgemeerd met achterpalen. De beschermdam aan de Sneekermeerzijde krijgt, met als de dammen van de bestaande twee havens, het uiterlijk van een natuurlijke tribune. Bij het ontwerp van de dam aan het Prinses Margrietkanaal is er rekening mee gehouden dat deze onderhoudsarm is en niet aantrekkelijk voor vogels. De capaciteit van het Starteiland wordt met de situering van de nieuwe haven beter exploiteerbaar; It Foarûnder en het Wedstrijdcentrum krijgen een meer centrale plaats op het eiland. Aan de kanaalkant zal een afmeerplaats worden ingericht voor rondvaartboten.
Folklore Fryslân ® Neemt je
mee
. terug in de tijd!!
Folklore Fryslân® is een initiatief van twee enthousiaste folkloristen, n.l. Laura van
der Weide en Jan Tolsma.
Wij vinden het erg leuk om in verantwoorde Folkloristische kleding feestelijk evenementen,
ontvangsten van binnen- en buitenlandse delegaties, thematische jaarmarkten of andere
passende gelegenheden, een extra dimensie te geven. Gasten uit binnen- of buitenland
kunnen wij desgewenst kleden in originele Friese kostuums, eventueel met sfeervolle
fotoreportage op een zelf te kiezen locatie.
Het door ons bedachte: Folklore
Fryslân® is een veelomvattend initiatief van Laura van der Weide en Jan Tolsma.
Wij zijn twee enthousiaste Folkloristen pur sang, die het erg belangrijk vinden het Fries
cultureel erfgoed op een aantrekkelijke en verantwoorde wijze in stand te houden. Samen
zijn we zon 35 jaar actief geweest binnen de Folklore, dansend en lesgevend (
gediplomeerd en gecertificeerd ).
Natuurlijk is hier, tevens op de afbeelding, een link naar de eigen website, www.folklorefryslan.nl . Met op deze website veel meer nieuws en foto's...............................................
Theater Sneek is verhuisd. Het
tijdelijk onderkomen in het voormalige postkantoor aan de Westersingel is verruild voor de
tot een mooi intiem theater verbouwde Noorderkerk aan de Kerkgracht in Sneek. De
voorstellingen van het Theater Sneek zullen zeker tot eind 2011 in de Noorderkerk
plaatsvinden. Gedurende die tijd zal er aan de andere kant van de gracht, op de plek van
het voormalige postkantoor, gebouwd worden aan het door het Amsterdamse architectenbureau
Alberts & Van Huut ontworpen nieuwe Theater Sneek. Tegelijkertijd zullen er rondom de
Noorderkerk nog volop bouwactiviteiten plaatsvinden. In mei/juni a.s. start de bouw van
het Atrium en de verbouw van de scholen aan het Oud Kerkhof .
De bouwwerkzaamheden in het
Cultureel Kwartier Sneek (CKS) zijn in volle gang. Langzaam maar zeker worden contouren
van het culturele hart in de oude stadskern zichtbaar. Er moet nog veel gebeuren, maar de
werkzaamheden liggen op schema. Poppodium Het Bolwerk (klik hier)
is inmiddels klaar en het publiek weet de weg naar de ultramoderne poptempel inmiddels
weer massaal te vinden.
Het Theater Sneek (Klik hier) wordt gerealiseerd in het
voormalige TNT-gebouw aan de Westersingel. Dit gebouw zal medio 2010 worden verbouwd en
geschikt gemaakt om als modern theater dienst te kunnen doen.
Het Theater Sneek is nu tijdelijk ondergebracht in De Noorderkerk.
Poppodium Het Bolwerk een ultramoderne muziektempel
Sinds 1 oktober 2009 is Het
Bolwerk weer "the place to be" voor de liefhebber van popmuziek. En met
popmuziek bedoelen we niet een bepaalde stroming maar het grote "ferskaat" aan
stijlen sinds de Rock & Roll. Want daarmee is het allemaal begonnen, ook voor de
pre-pensionados onder ons. Op 1 oktober 2009 vond de officiële opening plaats en een dag
later barstte het muzikale geweld weer los. Inmiddels heeft Het Bolwerk weer zijn terechte
plaats binnen de Sneeker muziekgeschiedenis ingenomen.
Die historie begon wat de popmuziek betreft in de vijftiger jaren. Legendarisch waren de
dansavonden die in de bovenzaal van Hotel Hanenburg werden georganiseerd. Welke leerling
van Dansschool Vergonet herinnert zich niet de stijlvolle slotavonden in de foyer van
Amicitia? En wat hebben we niet gehost op de splintervloer van Ons Gebouw bij de optredens
van de Golden Earrings (toen nog met n s), de Tee Set, Q65, Vin Cardinal & the
Queens en Willeke Alberti.
En dan zwijgen we over de zweterige avonden in de marktcafés langs de Veemarkt waar Cuby
& the Blizzards (ja, ook toen al), the Shoes, the Bintangs, Rob Hoeke en andere
topbands op zomaar een zaterdagavond of in de Sneekweek speelden. Het in het westen
aanbeden 'underground'-krantje Hitweek prees in die jaren de Sneeker muziekscene de hemel
in. Sneek heeft dus een naam op te houden en dat zal Sneek blijven doen, verzekeren Peter
Reen en John Schut van Het Bolwerk. Want als je kijkt naar de locaties waar in Sneek bands
optreden, ja zelfs in Friesland, steekt het Bolwerk er met kop en schouders bovenuit.
Dankzij die traditie die sinds de vijftiger en zestiger jaren is opgebouwd.
Maar "tiden hawwe tiden" en dus moet de accommodatie voldoen "aan de eisen
des tijds". En dat is gebeurd. Wie door het pand aan de Kerkgracht zwerft, ooit was
het een lagere school, raakt onder de indruk van dit onderdeel van het Centrum voor de
Kunsten. Inderdaad onderdeel van het CvK. Het Bolwerk functioneert namelijk niet meer
zelfstandig. John en Peter hebben daar geen moeite mee, want ze weten dat ze alle ruimte
krijgen om hun plannen te realiseren. Maar ze weten ook dat ze zoveel mogelijk hun eigen
broek moeten ophouden. Dus zo programmeren en verhuren dat er als het even kan quitte
gespeeld wordt en dat er liefst aan het eind van het jaar een plusje in de boeken staat.
"We hebben de verplichting op ons genomen om een nog grotere diversiteit in de
programmering aan te bieden. Dus bijvoorbeeld ook kindervoorstellingen, waar we in het
verleden zo nu en dan actief in waren, maar ook aandacht voor de jazz. En we moeten nog
laagdrempeliger werken, dan we al deden." Proberen zoveel mogelijk mensen in huis te
krijgen is niet alleen goed voor de commercie, maar ook voor de artiesten. Die treden
immers liever voor een volle bak op dan voor een handjevol verveelde barhangers.
Ten opzichte van het verleden, wat
heet verleden, ten opzichte van een paar jaar geleden, zijn de voorzieningen voor de bands
sterk verbeterd: grotere kleedkamers met douches, een prachtig podium met een unieke
lichtinstallatie. Voordat het echter zover was moest het gebouw van binnen eerst helemaal
gestript worden.
Maar ook de bezoeker zal merken dat het Bolwerk een muziektempel is geworden om u tegen te
zeggen. Er zijn nu twee zalen: een grote voor de groepen en een kleine voor zeg maar de
singer-songwriters die in een intiemere setting optreden.
Bijzonder is de skybox. Wie dat wil kan dit achter de kantoren gelegen afgesloten balkon
huren. Zo'n 15 mensen kunnen daar van een concert genieten en als de ramen dicht zijn, kan
je met drankje en een hapje ook nog "netwerken" . Een ding verandert niet,
verzekeren Peter en John, de betrokkenheid van de vrijwilligers. Het Bolwerk deed onlangs
daarvoor een oproep uitgaan en daar zijn al veel reacties op binnen gekomen. "We zijn
een organisatie waarbinnen een vrijwilliger professioneel bezig kan zijn. Zo nodig zorgen
wij voor een passende opleiding."
Natuurlijk, het mes snijdt aan twee kanten, vrijwilligers werken mee aan een gunstige
exploitatie. Je hoeft immers minder personeelskosten op te brengen. En dat houdt de kosten
van een entreekaartje binnen de perken. Maar de vrijwilligers zorgen ook voor een
enthousiaste uitstraling, zo is de ervaring. Ruim een jaar heeft het Bolwerk "buiten
de deur" gewerkt. Van de nood een deugd gemaakt. "Achteraf gezien een prima
zaak, want we hebben fantastische samengewerkt met andere zalen hier in Sneek. En wij
hebben het gevoel dat we nu ook een breder publiek hebben aangesproken. En dat zal hier,
in ons nieuwe Bolwerk "positief uitwerken".
(Datum van de foto: donderdag 24 juni 2010)
Nieuw theater past Sneek straks als een maatkostuum
Het nieuwe theater in Sneek moet
de stad passen als een maatkostuum. Vanuit die visie heeft het gerenommeerde
architectenbureau Alberts & Van Huut een eerste aanzet op papier gegeven om te komen
tot een theater dat past bij Sneek. Een theater wat een sfeer uitstraalt van even weg zijn
van de dagelijkse beslommeringen en de bezoekers in een andere wereld brengt. Een theater
bol van bewondering en verbeelding, waar de fantasie wordt geprikkeld en waar de
creativiteit wordt gestimuleerd.
Die visie heeft geresulteerd in een eerste schetsontwerp die op zijn minst verrassend,
opvallend en gewaagd genoemd kan worden. De kracht van het architectenbureau is de
organische architectuur en die opvallende stijl is helemaal in dit ontwerp terug te
vinden. Uitgangspunt van die stijl is dat het uitgaat van de natuurlijke omgeving waar een
gebouw moet komen te staan.
Organische architectuur wil niet alleen functioneel, dus strak, hard en hoekig zijn, maar
ook het gevoel aanspreken en de geest verrijken. Goede voorbeelden van die bouwstijl in
Nederland zijn het hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen, het gebouw van ING in
Amsterdam en Theater Het Park in Hoorn. Ook die gebouwen zijn ontworpen door het bureau
Alberts en Van Huut.
De grillige vormen die door deze manier van denken ontstaan zijn weer terug te vinden in
het ontwerp voor het theater van Sneek. De basis van dit ontwerp is het voormalige
TNT-gebouw aan de Westersingel dat nu al tijdelijk dienst doet als Theater Sneek.
Dat gebouw, dat door zijn strakheid, zakelijkheid en functionaliteit alle kenmerken van
industriële architectuur in zich heeft, blijft bestaan, maar zal in de nieuwe functie
niet meer als zodanig te herkennen zijn. Het binnenste van het gebouw wordt volledig
uitgehold en voorzien van een nieuwe binnenkant met een theaterzaal, kleedruimtes, foyers,
toiletgroepen en zelfs binnentuinen.
De huidige strakke voorgevel wordt vervangen door een fraaie, transparante pui voorzien
van een op de omgeving aansluitend grillig lijnenspel en een kleurrijke entree. Op dak van
het voormalige postkantoor is aantrekkelijk park gepland. Dat sluit aan en accentueert de
groene long zoals je die nu al van bovenaf door de omliggende wijk zit meanderen.
Achter dit dakpark komt de
toneeltoren van 23 meter hoog te staan. Dat is gemeten vanaf de fundering, dus hij steekt
uiteindelijk 8 meter boven de opbollende daktuin uit. Ook qua vorm gaat de toren op in het
geheel. De grillige contouren, maar ook de transparantie van de voorgevel komen er weer in
terug. Dat in combinatie met het gebruik van natuurlijke materialen zoals glas, baksteen
en bamboe als gevelbekleding, zal er uiteindelijk voor zorgen dat het gebouw een logische,
haast natuurlijke eenheid wordt.
Naast de opvallende uiterlijkheden is duurzaamheid eveneens een kenmerk van organische
architectuur. Dus daar is bij deze ontwerpschets al enige nadruk opgelegd. Zo kan er
straks gebruikt gemaakt worden van koude en warmte opslag in de bodem. Bovendien is het
ontwerp zo dat er overdag zowel in de zaal als in de toneeltoren en de aangrenzende
werkplaats gewoon bij daglicht gewerkt kan worden. Verder is de temperatuur in het gebouw
eenvoudig op peil te houden door isolerende werking van de dakbeplanting. Het spreekt voor
zich dat elementen als zonne-energie en het gebruikmaken van energie zuinige verlichtingen
deel uitmaken van het plan.
De reacties op het in mei 2009 gepresenteerde schetsontwerp zijn tot op heden zeer
positief. Veel inwoners van Sneek, de bouwwereld, de pers en de theaterwereld zijn zonder
uitzondering enthousiast over de keus die de gemeente Sneek heeft gemaakt. Gedurfd,
opvallend en het tonen van lef en visie, zijn geregeld terugkerende complimenten richting
de gemeente. Zelfs tegenstanders van de komst van het theater op die plek hebben aangeven
het ontwerp zelf toch wel bijzonder en zelfs mooi te vinden.
De bouwwerkzaamheden voor het nieuwe theater zijn aanbesteed. Hier is het voornemen de
sloopwerkzaamheden te gunnen aan de firma v.d. Wal uit Joure en de bouwwerkzaamheden aan
aannemingsmaatschappij Friso B.V. uit Sneek. Zij kwamen beide met de gunstigste
aanbieding.
Als alles volgens plan verloopt, dan gaat het doek in het fonkelnieuwe theater van Sneek
in 2012 op. Hieronder een aantal foto's van de bouw tot nu
toe (vrijdag 23 september 2011)
En dan hieronder weergegeven een wat actuelere foto van het nieuwe theater te Sneek van donderdag 6 september 2012:
Het nieuwe theater is net een beetje op gang en dus binnen her en der even wat foto's gemaakt, dinsdag 18 september 2012. Eerst de hal met balie, daarna de binnenkomst hal met de garderobe, foto's bemaakt vanaf het podium de zaal in (tevens één vanuit de zaal richting podium !!) en nog wat detailfoto's :
WATERPOORT / HOOGENDSTER PIJP - SNEEK
Dit is het bekendste
monument van de stad en het handelsmerk van Sneek.
( bron: www.rozenberg-sneek.nl
)
Bij de waterpoort heb je een
schitterend uitzicht over de Kolk, en aan de andere kant over het Hoogend. De
Waterpoort is gebouwd in 1613 !!. Hij is drie keer
gerestaureerd wegens verzakking maar in 1877 in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht.
In 1876 wilde men de Waterpoort afbreken. In 1825 werd besloten om 'nachts de stadspoorten
niet meer te sluiten. Daarmee verloor de poort zijn functie maar gelukkig is dat niet
gebeurd.
Vroeger hadden we in Sneek twee landpoorten, de Oosterpoort en de Noorderpoort en vijf
waterpoorten, de Hoogendster Pijp, Kleine Palen Pijp, Kleinzand Pijp, Leeuwarder Pijp en
de Pijp van de Nelteshaven maar deze had verder geen naam. De klok van de Waterpoort loopt
traditie getrouw vijf minuten voor. Hierdoor konden de mensen nog voor het sluiten van de
poort de stad binnen komen.
Het eerste stukje van de Lemmerweg heette daarom vroeger dan ook "onder de
klokslag".
Wanneer Harm Rozenberg een
stadswandeling geeft vertelt hij alle bijzonderheden over de poort en zijn omgeving
meestal in de ruimte boven de poort waar vroeger de poortwachter met zijn vrouw en zes
kinderen woonde. Naast poortwachter oefende hij ook vaak nog een ander beroep uit zoals
schoenlapper.
Snekers zijn trots op hun stad en nog trotser op hun waterpoort hij word dan ook op tal
van artikelen gebruikt voor reclamedoeleinden.
De Sneeker Waterpoort 400 jaar in Sneek
in 2013
Dit was een doorvoerhaven voor
vracht met schepen die over de Zuiderzee / IJsselmeer naar en van Amsterdam voeren en
zelfs met boter via de Noordzee naar Londen. Hier werden de skûtsjes gelost en
overgeladen in grotere schepen. Later werd hier ook vracht gelost voor de Sneker bedrijven
en vee aangevoerd voor de handel op de Sneker Veemarkt.
Kleinere schepen ( skûtsjes ) voeren met gestreken mast onder de poort door en konden hun
goederen zoals kaas, boter en andere artikelen aan de kaden van de stadsgrachten lossen.
Jaarlijks wordt, meestal, op de eerste vrijdag in augustus hier in de Kolk de Sneekweek geopend met een grote vlootschouw van alle deelnemende klassen aan de zeilweek en vuurwerk. Meer hierover leest u op de pagina van de vlootschouw. onder onze activiteiten.
( bron: www.rozenberg-sneek.nl )
EVEN SNEEK VAN VROEGER
1649 Stadsplattegrond van Sneek door Joan Blaeu . Linksboven het wapen van Friesland rechtsboven het wapen van Sneek. Middenboven een gedrapeerde doek met daarop 'SNEECK'. Midden onder een titelveld dat omgeven wordt door attributen van de landbouw: koeien, graan, een wan, een hoenderkooi, een boterton en een kaas. Titel: 'Ampliss.is Prudentissismis q. Viris / D.D. CONSVLIBVS / et Senatoribus urbis / SNECANAE / Tabulam hanc D.D.D. / I. Blaeu'.
1674 G. Bouttats - Ets. Stadsgezicht: Sneek, door Bouttats, Gaspar. gefantaseerd gezicht op Sneek. Voorgrond: beurtschip.
1790 Kopergravure met voorstelling van de Waag te Sneek door Bendorp sr., Carel Frederik.
rond 1930, Plattegrond van Sneek uitgegeven door de V.V.V. te Sneek. Deze kaart geeft in het rood de geplande uitbreidingen weer. Deze zijn niet allemaal volgens dit plan uitgevoerd.
DE WATERPOORT: ÉÉN VAN
DE BEKENDE (RIJKS)MONUMENTEN
VAN NEDERLAND
De Waterpoort is één van de meest bekende (rijks)monumenten van Nederland. Het bouwwerk wordt in binnen- en buitenland vaak op het eerste gezicht herkend als symbool van de stad Sneek. Toch weten we maar weinig over de Waterpoort: niet wie de bouwer was, noch waarom het stadsbestuur besloot een dergelijk voornaam uitziende waterpoort te laten bouwen. Dankzij het jaartal 1613 dat in de kalven van de torendeur werd uitgesneden, is echter wel bekend wanneer dat gebeurde.
Het jaar 2013
was de
Sneeker Waterpoort 400 jaar in Sneek !!
De minder sierlijke voorganger van de beroemde Waterpoort maakte deel uit van de
vestingwerken van de stad Sneek. Met de aanleg hiervan werd begonnen aan het eind van de
15de eeuw, een tijd waarin partijtwisten tussen Schieringers en Vetkopers een stempel
drukten op het leven van alledag.
Om zich te beschermen tegen het Vetkoperse Groningen trok het Schieringse Sneek aan het
eind van de 15de eeuw een verdedigingsmuur rond de stad op. Doordat twee nieuwere
stadsdelen binnen de muren werden gebracht, kreeg Sneek z'n typisch hartvormige omtrek.
Op zijn stadsplattegrond van 1616 graveerde Nicolaas Geelkerken: 'Sneeck is die Eenigste Bemuerde Stadt van geheel Frijszlandt'. Het waren geen echte massieve stadsmuren, maar door stenen muren beklede aarden wallen, met om de 100 tot 150 meter een toren.
De vaarwegen waren voor Sneek in die tijd belangrijker dan landwegen. De stad had twee
landpoorten, maar daarbij in totaal vijf waterpoorten op de plaatsen waar een vaarweg de
stadsmuur kruiste.
Een waterpoort werd in Sneek ook wel 'pijp' genoemd. De Hoogendster Pijp zou, nadat alle
andere pijpen waren afgebroken, de geschiedenis ingaan als dé Sneker Waterpoort.
Oorspronkelijk was het niet meer dan een brug met een ronde toren, maar aan het begin van
de zeventiende eeuw werd de Hoogendster Pijp dus voorzien van de bekende Waterpoort die
het symbool van Sneek zou worden.
Het bouwwerk kreeg twee achtkantige torens. Tussen deze torens kwam een wachthuis voor de
torenwachter, boven een aan vier zijden geopende loggia. Naast de zeer plastische vorm,
werden ook de materiaaltoepassing en decoratie bepalend voor het karakteristieke uiterlijk
van de poort. De gevel werd versierd met natuurstenen rolwerkbanden en verder rijk
geornamenteerd met gebeeldhouwde natuurstenen friezen en blokken.
Een militaire functie heeft de Waterpoort, ondanks de schietgaten in de toren, nooit gehad. Het fraaie gebouw had vanaf zijn ontstaan veel meer een representatieve functie. Als stadsafsluiting hadden de land- en waterpoorten geruime tijd wel een functie. Ook al werden de stadsmuren vanaf de 17de eeuw stukje bij beetje afgebroken, de stadspoorten werden regelmatig opgeknapt en hersteld.
In 1825 tenslotte, verloren de
poorten hun functie als nachtelijke stadsafsluiting. De waterpoorten bleken zelfs
hinderlijk te zijn voor het toenemend vaarverkeer. Voor de stoomschepen die in 1841 in
Sneek verschenen brachten de nauwe poorten problemen met zich mee.
De ene na de andere poort werd met de grond gelijkgemaakt. Alleen de Hoogendster Pijp, die
tegenwoordig bekend staat als de Sneker Waterpoort, bleef overeind. Wel werd hij vele
malen gerestaureerd en aan het tijdsbeeld aangepast.
( bron: website gemeente Sneek en www.oudsneek.nl )
Via deze link vindt u een pagina op de website van gemeente Sneek met daarop de gemeentelijke en rijksmonumenten in de gemeente Sneek. Van de meeste monumenten zijn aparte beschrijvingen gemaakt, die u kunt lezen door op de naam of het adres te klikken.
De kenmerkende hartvormige omtrek
van het centrum van Sneek ontstond in 1492. In dat jaar werd begonnen met de aanleg van
nieuwe grachten rond de stad.
De nieuwste uitbreidingen van Sneek aan de zuid- en de zuidoostkant kwamen toen meteen
binnen die nieuwe grachten te liggen. Dat waren de Nieuwstad - het woord zegt het al - ten
zuiden van het Hoogend en het gebied langs de Oosterdijk en het Kleinzand. Hierdoor kreeg
de stad een hartvorm.
Vanaf 1492 tot de tweede helft van
de negentiende eeuw bleef de omvang van de stad beperkt tot die hartvormige oppervlakte.
Het inwonertal nam in die vier eeuwen wel toe, evenals het aantal woningen, maar niet de
beschikbare woon- en leefruimte.
Toen rond 1880 de eerste woningbouw ontstond aan de overzijde van de grachten, was de oude
stad bijna tot de laatste hectare volgebouwd. Zelfs veel tuinen achter de grote
grachtenhuizen waren volgebouwd met onderkomens voor de groeiende arbeidersbevolking.
De omvang van de stad is in de jaren na 1880 uitgegroeid tot een veelvoud van de omvang
die de stad in 1492 kreeg.
( Schaapmarktplein van vroeger: panden 6, 8, 10 en 12
bron: www.friesscheepvaartmuseum.nl
)
( Fotografie: Hans Koppen )
DE GEHEIMEN VAN SNEEKS BODEM
Er zijn natuurlijk vele artikelen
schreven over de geheimen van Sneeks bodem, werden nog enkele oude straten meer in de
binnenstad opengesneden. Het spreekt vanzelf dat wij ook nu weer de gelegenheid te baat
namen onze weetgierigheid te bevredigen. Ditmaal gaan we het hebben over de Nauwe
Burgstraat, het Schaapmarktplein en de Peperstraat. Zeer oude vondsten kwamen niet voor
het licht, maar toch weer belangrijke aanwijzingen omtrent de oude gesteldheid van dit
stadsdeel. Algemeen is bekend, dat midden door Sneek de zogenaamde Hemdijk loopt;
Oosterdijk-Wijde Burgstraat-Kruizeboederstraat-Wijde Noorderhorne. Het was een binnendijk,
aangelegd met de bedoeling bij hoge waterstanden de klei gronden ten Noorden te vrijwaren
voor het opstuwende binnenwater ten Zuiden. Ter wille van de doorstroming en scheepvaart
waren in deze dijk zowel sluizen aangebracht, waars schepen geschut konden worden, als
kleiner zijlen, waar men slechts een stel deuren vond, die gesloten konden worden als de
Hemdijk in werking kwam, en dat was het grootste deel van het jaar. Ook Sneek telde een
aantal van dergelijke zijlen binnen de grenspalen. Juist deze zijlen zullen de oorzaak
zijn geweest dat Sneek zich van een landelijk dorp tot stadje ontwikkelde. Immers het feit
dat binnen Sneek zeer voorname vaarwaters bijeen kwamen en hier een doorlaat vonden door
de Hemdijk, had tot gevolg, dat hier overslag van goederen plaats moest vinden. Het
ontstaan van Sneek als stadje zal daarom liggen in de tijd dat de Hemdijk werd aangelegd,
naar onze mening in de tweede helft van de 12e eeuw. Zekerheid hieromtrent is niet te
verkrijgen, bij volslagen gebrek aan schriftelijke overlevering. Wij weten alleen, dat in
de latere eeuwen, tien de Hemdijk nog steeds in functie was, eigenaars van huizen in
Sneek, gebouwen aan de Zuidzijde, dus buitenzijde, van de Hemdijk geen lasten behoefden te
betalen om de dijk te onderhouden; die aan de overkant wel.
OP verschillende plaatsen vond men nu binnen Sneeks grondgebied doorlaten in deze dijk.
Het zou ons hier te ver voeren, historische bijzonderheden te geven. De belangrijkste was
de Potterzijlen, waar ook schepen geschut konden worden. Maar de oudste zijl kan dit niet
zijn geweest , omdat deze sluis lag in een vroeger stadsgracht, naderhand een gegraven
water. De naam Singel herinnert er nog aan, hoe Sneek oudtijds niet verder reikte dan deze
gracht.
Ouder was de Neltjeszijl. Deze lag ter plaatse waar men nu het pand van de heer Pel
(sigarenboer) vindt, aan het Schaapmarktplein. Deze plaats wijst er op, dat de Hemdijk
oorspronkelijk niet langs de Kruizebroederstraat liep, doch in de Wijde Burgstraat aftakte
naar het Zuiden, langs de Nauwe Burgstraat, Peperstraat, Marktstraat en Nauwe
Noorderhorne. De hoogtecijfers versterken deze veronderstelling. Om verder bewijs\zen te
kunne vinden waren onze verwachtingen dus hooggespannen, toen de genoemde straten aan
beurt waren te worden doorgraven. Wat waren nu onze waarnemingen?
Op de hoek Wijde- en Nauwe Burgstraat zagen wij inderdaad de doorsnede van een nauwelijks
1 meter hoog zodendijkje, opgeworpen op de vaste, oudtijds met gras begroeide bodem. Het
dijkje maakte juist voor het pand der firma Bervoets een bocht, en wel zo dat de huizen
aan de Westzijde van de Nauwe Burgstraat op dit dijkje staan. De voorgangers van de
tegenwoordige huizen hier zijn dus stellig dijkhuizen geweest. Blijkens de aard van de
grondlagen is dit dijkje later bedolven onder een laag puinrijk klei; toen zal de dijk bij
wijze van afsnijding verlegd zijn langs de huidige Kruizebroederstraat. Het in de
verschillende grondlagen gevonden aardewerk duiden er op, dat de eerste dijkaanleg op zijn
vroegst in de 12e eeuw moet zijn geschied. Wij merken voorts nog op, dat onder aan de voet
van de het eerste dijkje gedeeltelijk eronder zelfs, sporen van bewoning waren, bestaande
uit palen en liggers van verschillende dikte. Omdat aan de Zuid- en Oostzijde van dit
dijkje kennelijk een sloot of vaart heeft gelegen, die in later eeuwen vervuilde en
gedempt moet zijn, menen wij, dat deze houtresten te verklaren zijn deels als beschoeiing,
deels als stalten of vonders; riet begroeiing aan de buitenzijde van de dijkvoet was
duidelijk waar neembaar. Daar het dijkje verder onder de Westelijke huizenrij van de Nauwe
Burgstraat ligt oudtijds schijnt deze straat ook Smalle Burgstraat geheten te
hebben, blijkens een koopakte in bezit van de heer Veldman boorde men in het
vervolg van de gegraven sleuf allen deze gedempt dijksloot aan. Om dezelfde reden was het
niet mogelijk iets terug te vinden van het vermoede oudste water keerwerk in deze dijk,
waar het verlengde van het Grootzand de dijk kruiste. Dit zal onder het huis van de heer
Pel liggen. Maar welke bleek overduidelijk dat ook de Peperstraat is aangelegd op een
gedempte water, weer dezelfde dijksloot aan de Zuidzijde van het dijkje. OP grond van het
gevonden aardewerk moet deze sloot in de eerste helft van de 15e eeuw zijn gedempt. Losse
bakstenen, allerhande afval, slikachtige grond en visschubben spreken een duidelijke taal.
Toen het straatje er eenmaal was moest er ook een toegang komen, en dit werd dan de latere
Neltjeszijl, eerst een houten brug later een stenen pypke, waarover men voortaan de
Neltjeshaven kon passeren. Aan de Zuidzijde had men dan een kolk, die gedempt, later de
Schaapmarktplein vormde. Het Sneek van de 12e en 13e eeuw bood dus wel een heel ander
aanblik dan wij zouden denken. Eigenlijke straten waren toen wel moeilijk te vinden, en
alles diende per schip te geschieden. Van een stenen pypke werden belangrijke resten terug
gevonden. De doorvaartwijdte bedroeg drie en een halve meter. In het begin der tachtiger
jaren (19e eeuw) werd de Neltjeshaven gedempt, en daarmee konden verschillende waterwerken
vervallen: de Neltjeszijl zelf en verder de stenen doorgang onder de Kruizebroederstraat
en Bolwerk. Oude Sneekers hebben er nog wel herinneringen aan, hoe de Neltjeshaven van
belang was voor de scheepvaart, omdat men er allerlei waren langs vervoerde naar deze en
gene. Zo kreeg de koekenbakkerij, nu bakkerij Dam, per praam zijn takkenbossen, stroop,
honing enz. thuis. Zulke een tochtje dwars door en onder Sneek was niet zonder romantiek.
Bij de demping werd een wijd riool aangebracht, opdat de afvoer van spoelwater, dat tot nu
toe loosde op de haven, niet onmogelijk werd en de doorstroming stokte. De gemeente
behield zich het recht voor te beslissen over de bestemming van de inpolderingen, na de
demping gemaakt. Zo mocht men er geen stekken of gebouwen op zetten. Maar langzamerhand
hebben de aangrenzende eigenaars ´landje veroverd´, en zodoende eigenmachtig hun
territoir vergroot. Toch kan men aan de plaats van de stekken en schuurtjes achter de
huizen het beloop van de vroegere haven heel duidelijk nagaan. Enkele huizen aan de Nauwe
Burgstraat stonden er met hun achtergevel zelfs in. Intussen moet er nog een andere
doorgang in de Hemdijk zijn geweest binnen Sneek, en wel waar nu de Leeuwarder Pijpsteeg
is. Hier zit onder de grond nog een oud gewelf, naar men beweerd heeft, zelfs een
onderaardse gang, die de monniken van de Kruizebroederstraat.
In staat moesten stellen omgezien de stadsgracht te bereiken. Het gewelf zit nog onder de
Kruizebroederstraat, en is eens ingestort. Het moet vol menselijke doodsbeenderen zitten.
Hoever dit gewelf nog doorloopt naar het Zuiden is onbekend. Is het geen vluchtgang, maar
een overkluizing van een vroeger grachtje, dan kan het een korte verbinding hebben gevormd
tussen de Neltjeszijl en de stadsgracht en zou dan, tussen het vroeger Weeshuis en het
pand van de firma Lampe doorlopende, in de Neltjeshaven zijn uitgekomen. Een opgraving zou
hier licht op kunnen verspreiden. Tenslotte melden wij nog dat in de Peperstraat en
raadselachtig fundament gevonden werd, dwars op de straatrichting, ter hoogte van het pand
van de heer Polder. Het kan niet ouder zijn dan het midden van de 15e eeuw. Een verklaring
weten wij niet. Onder het pand Onder de Linden zagen wij voorst een zeer oude
fundering, bestaande ut zware granietklompen, waarop zogenaamde spaarbogen gemetseld
moeten zijn geweest. Stellig stond hier vroeger een stins. En zie het is alweer gebleken,
dat men in het streven zijn weetgierigheid te verzadigen, vak nog hongeriger gemaakt
worden.
Bron: Sneeker
Nieuwsblad, Vrijdag 10 maart 1950.
Auteur: H. Halbertsma.
SNEEK: EEN UITGESPROKEN WATERSTAD
Sneek is vanouds een uitgesproken waterstad. Dat blijkt onder meer uit de naam van de stad, die oorspronkelijk Ter Snake luidde, wat 'op de landtong' betekent. Die landtong van Ter Snake lag in de voormalige Middelzee. De stad is in de Middeleeuwen ontstaan rond de kerkterp van Sint Maarten. Een precieze datering voor het ontstaan van Sneek is niet bekend. Wel weten we dat de stad in de elfde eeuw al bestond. De terp waaromheen Sneek is ontstaan met daarop de vele malen uitgebreide en inmiddels Hervormde Martinikerk, bevindt zich overigens nog steeds in het hart van de stad.
Ten noorden van de stad lagen vruchtbare kleigronden, afgezet langs de oevers van de (voormalige) Middelzee. Aan de zuidkant strekte zich een onafzienbare moerasvlakte uit met talloze plassen, poelen en meren. Aan de verkavelingspatronen in het land is nu nog te zien dat de landschappen ten noorden en ten zuiden van Sneek van elkaar verschilden. In het noorden liggen grillige percelen als puzzelstukjes tegen elkaar aangeschoven. Aan de zuidkant liggen daarentegen, evenwijdig aan elkaar, langgerekte, rechte stukken ontgonnen land. De vruchtbare kleigronden in het noorden werden door de Hemdijk beschermd tegen het water uit het zuiden. Deze barrière loopt nu dwars door de stad en is terug te vinden in het stratenpatroon. De dijk liep langs de Oosterdijk, Wijde Burgstraat, Nauwe Burgstraat, Peperstraat, Marktstraat, Nauwe Noorderhorne, Wijde Noorderhorne en Oude Dijk. Terwille van het waterverkeer werden in deze dijk verschillende zijlen en sluizen gemaakt. De Neltjeszijl ontwikkelde zich tot de belangrijkste passage. Op deze plaats staat nu - aan het Schaapmarktplein - een winkeltje in rookartikelen. Rond deze sluis, die ook nog eens heel erg dicht bij de kerkterp lag, ontstond een handelsnederzetting. Van hieruit groeide het kerkdorp Sneek uit tot een handelscentrum voor de regio. Langzamerhand verwierf de plaats diverse stadsrechten, die in 1456 officieel werden vastgelegd.
Bron: Frankeerstempel / Sneek
LEKKER SNEEK
Lekker Sneek, het culinaire evenement van Sneek waar horecaondernemers hun specialiteiten aanbieden aan het publiek.
Zaterdag 2 juli 2011: locatie: Oud Kerkhof, tijd: 13.00 uur tot 19.00 uur.
FOTO'S VAN VROEGER
1790 Kopergravure, gezicht op de Oosterpoort te Sneek, door Bendorp sr., Carel Frederik.
1790 Kopergravure met voorstelling van de Noorderpoort te Sneek., door Bendorp sr., Carel Frederik.
1790 Kopergravure met voorstelling van de Waag te Sneek door Bendorp sr., Carel Frederik.
1790 Kopergravure met voorstelling van het stadhuis en de Marktstraat van Sneek door Bendorp sr., Carel Frederik.
TRAMWEGEN IN FRIESLAND
In oktober 1880 kwam de eerste (paarden)tramverbinding in Fryslân tot stand, de lijn Veenwouden-Dokkum. Spoedig werden stoomtramlijnen geopend die vrijwel alle hoeken van Fryslân met elkaar in verbinding brachten en een welkome aanvulling vormden op het spoorwegnet. Na de eerstgenoemde lijn kwamen verbindingen tot stand tussen Harlingen en Sneek (via Bolsward) en tussen Heerenveen en Joure en Heerenveen en Gorredijk.In de tweede aanlegfase die duurde van 1892 tot 1902 werden lijnen geopend tussen Burgum en Drachten, een paardentram tussen Harkezijl en Makkum (de laatste paardentram in Nederland die in 1932 werd opgeheven), Leeuwarden via Marssum naar Sint Jacobiparochie en Franeker en van Franeker naar Arum en Berlikum naar Sint Annaparochie. Ook werd Lemmer met Joure verbonden.
Van 1910 Uit 1935 deden de treinen het station Noordbroek aan. In 1913 was dat nog een stoomtrein
Laatste rit van de paardentram Makkum-Harkezijl
In de jaren tot 1916 werden nog
enkele lijnen in de Zuidoosthoek geopend. Alle Friese tramlijnen werden geëxploiteerd
door de met Belgisch kapitaal opgerichte N.V. Nederlandsche Tramweg Maatschappij, die
gelet op haar naam, oorspronkelijk het plan had om door geheel Nederland een tramnet aan
te leggen. Uiteindelijk bleef het tramnet beperkt tot Fryslân met enkele vertakkingen
naar de omringende provincies.De goederendiensten op de laatste tramlijnen
Heerenveen-Lemmer en Sneek-Bolsward werden in juni 1968 gestaakt. Het personenvervoer werd
reeds in oktober 1947 gestaakt en in 1948 reed de laatste tram op het traject
Drachten-Groningen. De concurrentie van de flexibeler autobus en de vrachtwagen had deze
wijze van vervoer uiteindelijk de das omgedaan. Het tracé van de voormalige tramlijn
Joure-Sneek met het station in Uitwellingerga Verspreid over Fryslân staan nog enkele
oude tramstations en -loodsen.
De meeste tramwegen werden in of langs bestaande wegen aangelegd, maar plaatselijk werden
ook geheel nieuwe tracés uitgezet, zoals tussen Joure en Lemmer en Franeker en Arum.
Gedeelten van deze voormalige tramlijnen zijn thans als lommerrijke fietspaden in gebruik.
Restanten van de eigenlijke tramsporen zijn in de jaren 1970 opgeruimd.
TRAMVERBINDING MET BOLSWARD
Gemeentegrenzen:
Ruim 30 jaar geleden opgeheven:
tramlijn sneek-bolsward 2006-09-01
Een relaas over de tramlijn Sneek-Bolsward die na jarenlang de NTM te hebben gediend, nog
tot 1968 als NS-goederentramlijn in exploitatie is gebleven.
Op 8 augustus 1882 werd door de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) de lijn
Sneek-Bolsward geopend. Sneek kreeg dus al een tramverbinding voor de spoorlijn
Leeuwarden-Sneek een jaar later werd geopend. Het eerste trammaterieel werd dan ook via de
weg en het water door de stad gezeuld naar het tramstation. Later in 1886 werd de tramlijn
doorgetrokken naar Joure-Heerenveen en vanuit Bolsward via Arum naar Harlingen. Op de lijn
spanden de vierkantje Henschel-tramlocjes (de 'stoofjes' in de volksmond) zich in voor
goederen- en reizigerstrams. In Sneek bestond aanvankelijk geen aansluiting op de
spoorlijn. Deze aansluiting werd in het begin van deze eeuw wenselijk geacht omdat de NTM
dan ook spoorgoederenwagens over haar lijn kon doorvoeren. Zodoende werd in 1921 een
verbindingsboog met een straal van 70° aangelegd tussen het NTM-tramstation en het
NS-emplacement van Sneek. Nadat langs de tramlijn enkele binnen profiel staande bomen
waren gekapt en de baan was verzwaard ontstond er genoeg ruimte om spoorgoederenwagens
richting Bolsward te vervoeren. De NTM gebruikte hiervoor een aantal koppelwagens (waarvan
nog een exemplaar bij de SHM in Hoorn te zien is), waarmee de goederenwagens achter de
tram werden gehangen. De doorvoer van spoorgoederenwagens vertoonde een stijgende lijn
waardoor er zelfs extra ritten werden gereden. Met name de melkfabrieken in Sneek en
Bolsward waren grote verladers. 'Hollandia' in Bolsward kende een eigen emplacementje, en
de KNM-melkfabriek aan de Harste in Sneek was met een kopspoortje op de lijn aangesloten.
Daarnaast werden wagons kolen, kunstmest en landbouwproducten doorgevoerd.
Over de personendienst valt nog te melden dat er in 1927/1928 zelfs enige tijd een
doorgaande tramtrein Bolsward-Sneek-Leeuwarden heeft gereden. Hiervoor gebruikte de NTM
haar nieuwe motorwagens van de serie M1-M7. De Talent was dus zeker niet het eerste
'light-rail'-voertuig tussen Leeuwarden en Sneek! Tussen 1928 en 1934 werd de motortram
vervangen door een stoomtram, getrokken door een 'grote Henschel'. Deze deed 44 minuten
over de 22 kilometer spoorlijn Sneek-Leeuwarden, waarbij dan wel 7 keer werd gestopt
onderweg! De spoorwegstaking vanaf 17 september 1944 zorgde er voor dat de 9 trams per dag
tussen Bolsward en Sneek ook niet meer reden. De lijn kwam echter vrijwel ongeschonden uit
de oorlog (de Bolswarder Blauwpoortsbrug was wel opgeblazen) en op 22 mei 1945 reden er de
eerste trams al weer tussen Blw en Sk. Tot aan de laatste dag van de personendienst (5
oktober 1947) reed de NTM nog twee keer daags tussen de beide steden, waarbij de motor- en
stoomtrams in gemengd bedrijf reden. Het goederenvervoer (dat met name voor de 'Hollandia'
melkfabriek in Bolsward nog van groot belang was) zou door de NS worden voortgezet,
weliswaar met dieseltractie.
Sik 359 is
aangekomen te Bolsward en haalt een paar gesloten wagens van het kopspoor. Rangeerder
Freek Albertsma controleert de plakbriefjes op de wagens.
|
Locomotor 359 met op
de treeplank locomotorbestuurder Zijlstra en rangeerder Albertsma, voert een
rangeerbeweging uit op het emplacement Bolsward. Op de achtergrond zijn de in 1992
afgebroken tramloodsen zichtbaar.
|
||
Terwijl een beladen
'Werkspoor-Hbis'en een beladen Gs worden aangekoppeld, |
De NS nam voor de exploitatie ook
een aantal NTM-personeelsleden over. Tussen 1948 en 1959 werden de door de NS overgenomen
goederentramlijnen voorzien van zwaardere railstaven NP46 en deze werden gelegd op houten
en betonnen lokaaldwarsliggers. Bovendien kwam de baan nu volledig in een ballastbed van
grind en zand te liggen. Het inhaalspoor bij Ysbrechtum en het NTM-emplacement in Sneek
aan de Bolswarderweg vervielen hierbij ook.
De tractie voor de konvooien werd vanaf toen gevormd door een locomotor uit de serie
200/300, beter bekend als 'Sik'. Doordat in de lijn enkele zeer krappe bogen voorkwamen,
ondermeer bij het dorp Ysbrechtum, was de lijn verboden gebied voor de 450'ers, de Hippels
(NS 500/600) of draaistellocomotieven serie 2200 en 2400. Per 1 oktober 1949 besloot de NS
de exploitatie weer aan de NTM op te dragen, waarmee de toestand weer werd omgekeerd; de
NS verzorgde nu het goederenvervoer in opdracht van de NTM. Zo reed de NTM-machinist Kunst
weer de dagelijkse ritjes naar Bolsward Hollandia. Naar mate meer NTM-personeel
gepensioneerd werd verviel langzamerhand de noodzaak om de tramlijnen, waaronder
Sneek-Bolsward, bij de NTM in eigendom te laten. Op 24 december 1958 gaf de Minister van
Verkeer & Waterstaat toestemming om de lijn Sneek-Bolsward weer aan de NS over te
dragen. Vanaf die datum waren het voornamelijk locomotorbestuurder Zijlstra en 4 vaste
rangeerders uit Sneek die de goederentrams reden. De Sikken (met name de vaste Sneeker
Sikken 249, 259 en 286) konden in Sneek niet meer in de halfronde locloods worden gestald.
Deze loods was reeds jarenlang verhuurd aan een brandstoffenhandel en aan Calvé. Naast de
loods werd daarom een golfplaten loodsje gebouwd waarin 1 Sik gestald kon worden. Deze
moest hiertoe zelfs nog gebruik maken van de oude (handbediende) draaischijf. De overige
locomotoren overnachten buiten op het emplacement. Het NTM-emplacement aan de
Bolswarderweg in Sneek werd zoals vermeld in 1947 gesaneerd. Het stationsgebouw annex
locloods en de rijtuigloods staan er echter vandaag nog steeds. Na tot 1985 (evenals de in
1992 afgebroken Bolswarder loods) achtereenvolgens als busremise en machinefabriekje te
hebben gediend is er nu een kringloopwinkel gevestigd. Het oude NTM-station van Bolsward
herbergt al vele jaren een garagebedrijf.
Met uitzondering van de passages door Sneek, Ysbrechtum, Nijland en Bolsward lag de lijn
'op vrije baan' in de berm van de oude Rijksweg Sneek-Bolsward. Hier kon de Sik nog wel
wat snelheid maken, waarbij de gewonnen tijd dan werd gebruikt voor een extra lange
koffiepauze bij 'Hollandia'. Dat er ook wel eens te snel werd gereden werd duidelijk toen
een locomotor de al eerder genoemde krappe boog bij Ysbrechtum indook, het spoor bijster
raakte en midden op de weg tot stilstand kwam. Deze boog leverde ook grote problemen op
bij zware beladen trams vanuit Bolsward. De Sik kon dan met moeite 10 gesloten wagens door
de boog wringen. Was de tram langer (regelmatig zo'n 20 wagens) dan werden de resterende
wagens op de lijn afgekoppeld en moesten die in een tweede ritje worden opgehaald. De
lieve dorpsjeugd koppelde dan wel eens stiekem de achterste wagen af wat dan pas bij
aankomst in Sneek werd opgemerkt zodat er nog een ritje gemaakt moest worden. Ook in Sneek
had het locomotorpersoneel wel eens wat met de jeugd te stellen. Aan zijn lunchpauze toe
zette een locomotorbestuurder de Sik met twee wagens bij de spoorweghaven op het
goederenemplacement. Bij deze haven stond een hijskraantje en u snapt het al de jeugd
maakte de haak van de kraan vast aan de laatste wagen. Toen de Sik na de pauze wegreed
rolde de hijskabel tot het einde toe af. Vervolgens een harde klap, het rangeerdeel stond
stil en de twee wagens stonden naast het spoor. De kraan was zwaar verbogen en meteen rijp
voor de sloop.
Alhoewel de lijn alleen nog werd gebruikt voor goederenvervoer is er toch nog een keer
reizigersvervoer geweest. Op 27 mei 1959 reed de NS-directie per NS-directiemotorrijtuig
NS20 'Kameel' naar Sneek. Van Sneek naar Bolsward reed men in het oude salonrijtuig van
Koningin Emma, dat achter de reguliere goederentram werd gekoppeld. Voor de gelegenheid
werd de Sik bestuurd door de NS-tractieopzichter uit Leeuwarden. Verder heeft de
burgemeester van Bolsward in 1967 nog eens een ritje per losse Sik door zijn stad gemaakt
om vanaf het stadhuis de verderop gelegen koffiebar 'De Sik' in stijl te openen
Het goederenvervoer liep steeds verder terug en in de jaren zestig werd nog maar één rit
per dag naar Bolsward gereden. Het sterk groeiende wegverkeer maakte bovendien de passage
van de Bolswarder binnenstad steeds moeizamer. Regelmatig was er overlast van binnen
profiel geparkeerde auto's, waarbij het opsporen van de eigenaar een tijdrovende bezigheid
kon zijn en soms was er wat blikschade.
Om ook kostbare spoorvernieuwingen te voorkomen werd besloten om de lijn in 1968 op te
heffen.
Op 28 juni 1968 reed de laatste goederentram onder zeer grote belangstelling weg bij de
Bolswarder 'Hollandiafabriek'. 13 bij Hollandia beladen wagens en 4 lege wagens en een Dg
(goederentreinbegeleidingswagen) voor de genodigden, maakte het noodzakelijk dat er 2
Sikken voor de tram kwamen. Naast de Sneeker NS 259 kwam de NS 223 met de tractieopzichter
speciaal uit Leeuwarden over. Voorzien van spandoeken, vlaggen en kransen deed de tram 3
kwartier over de slechts enkele honderden meters tussen de fabriek en het Bolswarder
stadhuis waar de nodige toespraken werden gehouden. Het gemeentebestuur hing de Bolswarder
stadsvlag op de Sik. Deze vlag heeft nog jaren als herinnering in het station van Sneek
gehangen. De laatste wagen was voorzien van het opschrift; "Dag vogels, dag bloemen,
dag Sik" met een knipoog naar de toenmalige populaire TV-serie 'Pipo de Clown'. Op
straat stonden grote drommen mensen de tram toe te juichen en de bemanning van de tram
kreeg al rijdende en fluitende taarten, flessen en sigaren aangeboden. Een waardig
afscheid van een tram die evenzeer bij Bolsward hoorde als het fraaie raadhuis.
Nadien werd begonnen met de afbraak van de ruim 10 kilometer lange verbinding. In 1969 kon
men zodoende nog regelmatig een Sikje met enkele open wagens op de lijn aantreffen. De
vrij gekomen grond werd gebruikt voor de wenselijke wegverbreding. Tussen Nijland en
Bolsward werd rond 1991 een fietspad over het oude tracé aangelegd. Achter Nijland (Trye
Dyken) werd de brug in het fietspad op de landhoofden van de voormalige trambrug gebouwd.
Dit artikel verscheen eerder in juni 1998 in het Fries Modelbaan Bulletin, het
verenigingsblad van de Friese Modelspoor Club in Leeuwarden.
Bron: Wim Hoekema, Sneek
(Bron: Friese modelbaan club )
EVEN SNEEK VAN NU (2009)
Gemeentegrenzen:
De grenzen van de gemeente Sneek
dateren van 1 januari 1984, toen een gemeentelijke herindeling in Friesland werd
doorgevoerd.
Bij die gelegenheid werd het gebied van de stad Sneek uitgebreid met de dorpen Ysbrechtum,
Offingawier en Loënga en ander grondgebied van de gemeente Wymbritseradiel.
De oppervlakte van de gemeente Sneek is 34 vierkante kilometer.
De gemeentegrens is 30,6 kilometer lang.
Vergrootte plattegrond van gemeente Sneek !!
(( Enkele middeleeuwse stadsstinzen werden afgebroken of zodanig gewijzigd dat ze nauwelijks nog herkenbaar zijn. Het 16de-eeuwse stadhuis kreeg in 1762, na de verhoging met een verdieping, uitwendige en inwendige rijke rococoversieringen. De stichting van het gerechtsgebouw in 1839 leverde een verrijking op van het stadsbeeld. Zoals in 1904 dat ook het geval was met het administratiegebouw van het Old Burger Weeshuis. Het stadsbeeld werd geschonden door de demping van de singelgracht in 1953. Andere voorgenomen grachtdempingen vonden geen doorgang. Kijk ook eens op www.oudsneek.nl ))
De watertoren in Sneek is ontworpen door architect G. Halbertsma en gebouwd in 1908 in een neorenaissance-stijl.
De toren staat aan de Lemmerweg 45.
De watertoren heeft een hoogte van 44 meter en heeft één waterreservoir van 350 m3.
Sinds 1998 wordt de toren gebruikt als kantoor.
De toren is uitgeroepen als gemeentelijk monument.
In 2008 was de watertoren afgebeeld op een postzegelvelletje van "Mooi Nederland Sneek".
GEMEENTE SNEEK (2009)
De gemeente Sneek heeft natuurlijk
ook een eigen website waar u informatie kunt vinden over vele onderwerpen omtrent de
plaats Sneek en wat deze voor mogelijkheden heeft / biedt.
Maar Sneek staat ook wel bekend om haar watersportactiviteiten (o.a.: Sneekermeer en
omliggende natuur- en watersportgebieden, de Sneekweek) en om de alle andere activiteiten
die er worden gehouden.
Voor vele van deze onderwerpen vind u meer informatie op de eigen website van gemeente Sneek !!
Het Sneekermeer is één van de bekendste meren van Friesland. Een verzamelplaats van vele soorten watersportaktiviteiten. Bijna midden door het meer loopt het Prinses Margrietkanaal, de hoofdwaterweg van de Noordzee naar Amsterdam. Ligplaatsen vindt u rond het starteiland alwaar ook een grote jachthaven is. Verder kunt u ook aanleggen bij Paviljoen Sneekermeer.
De ligplaatsen van de Marrekrite bevinden zich in een kanaal dat van het Zuidwestelijk gebied in Noordelijke richting voert en in het Zuidwestelijke gebied van het meer. Aan de Noordzijde van het meer wordt de doorgang afgescheiden door een sluis, die vrijwel altijd open staat.
Starteiland, wat en hoe?
Veel Sneekweekevenementen spelen zich af op of rond het Starteiland. Het Starteiland is een eiland in het Sneekermeer. Officieel heet het Kolmeersland, maar omdat de Starttoren er staat vanwaar het startsein voor vele zeilwedstrijden wordt gegeven, is het eilandje langzamerhand bekend geworden onder de naam Starteiland. Om op het Starteiland te komen, moet u eerst naar het Paviljoen aan de oever van het Sneekermeer. Dat ligt op ongeveer 5 kilometer afstand van Sneek. U kunt vanuit Sneek op verschillende manieren bij het Sneekermeer komen. Hieronder meer informatie over de mogelijkheden:
Met de Sneekermeerbus (lijn 38)
Site Connexxion over Sneekermeerbus
Met de Poieszboot over water
De Poieszboot vaart tijdens de Sneekweek naar het Starteiland en terug.
Pont bij het Sneekermeer
De pont vaart dagelijks af en aan
van 8.00 tot 02.00 uur.
Voor 1,50 brengt de pont u retour van en naar het eiland.
Op de fiets of lopend
U fietst of loopt vanuit het centrum langs de Leeuwarderweg, rechtsaf Jachthavenstraat, linksaf Burgemeester De Hooppark en vervolgens Offingawiersterleane, rechtsaf Groenedijk, rechts aanhouden Grienedyk (volg de ANWB-bordjes met de toeristische fietsroute rond het Sneekermeer), rechtsaf richting Potten en Paviljoen.
Met de auto
Vanuit het centrum richting Leeuwarden, bij de rotonde rechtsaf Sytsingawiersterleane, Offingawiersterleane, Groenedijk, door Offingawier (matig uw snelheid!), rechtsaf richting Potten en Paviljoen. Aan het eind van de rit komt u op een parkeerterrein.
FOTO'S VAN SNEEK NU (2009)
Hieronder een aantal foto's, welke
steeds zal toenemen in aantal in de loop der tijd, welke ik gewoon zelf genomen heb
en waarvan ik dacht interessant om te tonen. Alle foto's zijn van rond deze tijd (2009)
genomen.
(Sorry, door de nogal scherpe zon zijn de kleuren van de foto's soms niet van 'geweldige'
kwaliteit.)